Afdrukken

Omdat ik op ons vakantieadres in Frankrijk redelijk veel heb gezwommen ging bij mij het triathlon bloed weer kriebelen. Thuisgekomen besloot ik mij in te schrijven voor de 1/8 Triathlon van Veenendaal. Dat was lekker dicht bij. Bovendien wist ik dat Harry B., mijn eerste hardlooptrainer bij Pijnenburg, daar zijn verjaardag zou vieren met een kwart. Dus misschien wel gebak.

De triathlon bleek vanaf 8:55 uur te starten en ik zat in de eerste startserie. Ik moest dus vroeg van huis. Gelukkig was Christine niettemin bereid te chauffeuren en te supporteren. Dit was vooral een uitkomst omdat de TomTom ons over het afgezette fietsparcours naar de start wilde brengen en nergens een omleiding stond aangegeven. Ik moest dus weer ouderwets kaartlezen en dat gaat beter als je niet zelf op de weg hoeft te letten.

Om acht uur stond ik in de rij om mijn startnummer op te halen. Bij een triathlon krijg je dan ook nog een nummer voor je fiets en een badmuts. Bovendien wordt je startnummer ook nog eens met een watervaste vilstift op je bovenarm en/of dijbeen geschreven. Persoonlijk vind ik dat erg stoer. Veel stoerder dan een tattoo.

Ik was heel benieuwd naar de watertemperatuur omdat het daar van af hangt of je in een wetsuit mag c.q. moet zwemmen. Veel zwemmers hebben graag het extra drijfvermogen van zo'n pak, maar ik vind het een heel gedoe om het uit te krijgen. Op zo'n korte afstand als 1/8 (slechts 500 meter zwemmen) rendeert dat gewoon niet.
Het beloofde bord met de watertemperatuur ontbrak echter. "Stond het in de wedstrijdinformatie dat dat er zou zijn? Echt waar? We hebben helemaal geen bord." Van iemand hoorde ik dat het water wel 22 graden zou zijn. Bij inspectie bleek er inderdaad flink wat damp boven het meertje te drijven. Dat kon heel goed zonder pak.

Inmiddels hadden we Harry in het vizier gekregen. We waren de eersten die hem met zijn verjaardag feliciteerden. Zijn familie komt daar niet speciaal z'n bed voor uit.

Het was nog best even opschieten om m'n wisselplaats in het "parc fermee" in te richten en in zwembroek aan de start bij het meer te verschijnen. Daar trof ik natuurlijk allemaal afgetrainde triatleten, maar ook een deelnemer die mij vanwege zijn buikomvang en zijn bermuda zwembroek direct de indruk gaf dat ik niet laatste zou worden.

Ik heb matig gezwommen. Nu ben ik daar sowieso al geen ster in - ik zwem nog schoolslag - maar zelfs voor mijn doen kwam ik slecht in het ritme. Wat niet hielp was dat het linker glas van mijn zwembril steeds vol liep. Dan moest ik een stukje op de rug zwemmen om hem weer leeg te gooien. Nog voordat ik de laatste boei had gerond werd ik al ingehaald door een zwemmer van de tweede serie, die vijf minuten na mijn was gestart.

Wat helemaal waardeloos was, was de wissel tussen zwemmen en fietsen. Ik kreeg ondermeer mijn shirt heel slecht aan over mijn nog vochtige lijf. Toen dat eenmaal was gelukt bedacht ik dat eerst (de schouderbanden van) mijn broek aan had gemoeten. Shirt weer uit. Dat gaat dan helemaal binnenstebuiten in een knoop zitten, zodat je extra moeite hebt om het voor een tweede keer aan te trekken. Het omkleden heeft mij bijna zes minuten gekost. Normaal is tussen de 2 en 3.

Het fietsen ging goed. Daar heeft Christine nog een mooie foto van gemaakt. Het parcours was recht toe recht aan met drie rotondes een twee viaductjes. Het lukte mij goed om een tempo tussen de 32 en 33 km/uur vast te houden. Een jonge dame met rugnummer 824 (Wieteke uit Wageningen weet ik nu) die net iets voor mij aan het fietsen was begonnen reed precies even hard. Bij een wielerwedstrijd kan je dan veel aan elkaar hebben. Tijdens een triathlon stelt dit je echter voor een probleem. Het is namelijk verboden korter dan 10 meter achter je voorganger te zitten. Doe je dit toch om in te halen, dan moet je dat binnen 15 seconden doen. Overal stonden en reden juryleden die gaarne bereid waren je te diskwalificeren als je deze regel overtrad. Dus soms moest ik nummer 824 inhalen en een gat trekken, dan kwam zij weer voorbij, etc. Heel vermoeiend.

Lopen nadat je gefietst heb is een enorm raar gevoel. Ongeveer het gevoel dat je in je benen hebt na een wiebelige bootreis. Toch maakte ik met lopen nog redelijk wat goed op de concurrentie. Vooral op het stukje cross in het parcours moesten behoorlijk wat atleten mij voor laten gaan. Ik had geen tussentijden geklokt en er was geen kilometeraanduiding. Dat maakte het heel lastig om in te schatten hoelang ik nog moest lopen. De finish kwam eerder dan verwacht.

Dat neemt niet weg dat mijn totaaltijd van 1:19, in absolute zin ook al niet zo best, drie minuten boven mijn PR zit. "Room for improvement" dus. Vooral in zwemmen en omkleden. Daar ga ik dan ook wat aan doen.

O ja. Harry had geen gebak.