[BF37]
W.G. van Focquenbroch: Alle de werken, eerste deel.
Amsterdam: Erve weduwe Gysbert de Groot, 1723.


GRAVURE Titelpagina

Titelpagina, *2r:

ALLE DE | WERKEN | VAN | W.V. FOCQUENBROCH. | EERSTE DEEL. | Verzamelt en Uitgegeven | Door | ABRAHAM BOGAERT. | De tweede Druk. | [vignet] | t'AMSTELDAM, | [__] | By de Erve van de Wed. Gysbert de Groot en Antoni | van Dam, Boekverkoopers op de N. Dyk, 1723. ||

Gegraveerde titelpagina:

W:VAN.FOCQVENBROCH.MED.DOCT. | FVMVS GLORIA MVNDI. | ALLE DE | WERKEN | VAN W:VAN FOQVEN- | BROCH. | 'T AMSTELDAM | By de Wed:van Gysbert de Groot op den Nieuwendyk. 1723 ||
[I. Goeree Del: I. Baptist Schulp.]

Opbouwformule:

8o: *8, A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
[$5 (-*1, -*2, -Kk4)]
A5 gesigneerd als A4.
± B5 gesigneerd als B3
± R2 gesigneerd als D2.

Paginering:

268 bladen, gepagineerd= [16], 1-206, 207-212, 213-332, 333-344, 345-432, 433-434, 435-518, [2].

± 52 gepagineerd als 25
± 54 " " 45
± 146 " " 641
± 380 " " 350
± 467 " " 167

Posities van de katernsignaturen:

*3 leesten. *4 onderhevig is *5 verbetert_zyn.
A zo_trots, A2 Krytberg_had A3 schier_buyten
A4 ordinary_vloek, [A5] lief_of leet B Porphyrion,
B2 Haarlemse_Courant B3 Watergod, B4 gy God van
B5 helsche_drommel C voorzeker C2 stond_aan_hun
C3 ontgelden, C4 groote C5 Abelcaro
D deed_ontwaken, D2 eisch_beschryf, D3 met_een
D4 met_zyn D5 van_zyn E in_volle
E2 aan 't_buldren E3 uyen,_of naer E4 te_zien,
E5 het_schip F juist by geval, F2 Batavium.
F3 meer_dan F4 van_waardy, F5 Achaat_alleen,
G haar_fiere G2 daar_breekt G3 om_de_klucht,
G4 Vorst,_met G5 spikspelder H volle vree
H2 Orion, H3 kosten_kwam H4 smaad,
H5 vergund: I schoorsteen I2 beleggen zou;
I3 Koningin I4 rechter_zy I5 haar
K aan_onze K2 hals_op K3 dikke_bast,
K4 als_brand, K5 hy_wierd L te_wonder
L2 drempelplaat, L3 maarlyn of, L4 lang_in
L5 op_zyn M dochter_van M2 heb_geacht,
M3 zo_veel M4 hoven M5 veel_portuur,
N groote stad, N2 moeder N3 van_dien
N4 met_verlof, N5 myn_eige O schrik aan
O3 gelyk_gy_ziet O4 met_haar P Amaril,_zo
P2 geur_en P3 acht_my P4 zo_wel
P5 ontzint,_en Q 't_vleesch Q2 zotheid
Q3 heeft_hoe Q4 dezen_dag Q5 niet wyzer
R droeg_onder R2 starren met R3 maan,_het
R4 met_kopre R5 Duits,_als S veld
S3 streeke_vol. S4 levervreeten, S5 woonplaats
T goeder T2 dochter_van T5 wat_in
V voor_lekkerny V2 heen_en_weer; V3 voeren_op
V4 verdorde V5 bonzen X zag, heeft
X2 kruin_kwam X3 vyand X5 tot_uw
Y haarmeid Y3 plaizier_kwanzuis, Y4 dan_niet
Y5 spreekt uit. Z juweelen, Z2 daar'k_van
Z3 op stelten Z4 JORISVAAR. Z5 misdaan;
Aa zyn_rol Aa2 eeuwiglyk_met Aa3 ^met_de
Aa4 door_zeker Aa5 hem bewaren! Bb ontstolen
Bb4 FERDINAND Cc malkaa^r Cc2 onderscheid_in_zotten
Cc3 ieders_hart Cc5 uw huwlyk Dd myn_zot
Dd2 hem_in Dd3 draag_wat_eerbied Dd4 dat_u_die
Dd5 dus_bedrogen Ee2 de_vreugde Ee3 niet;_maar
Ee4 mee^_geen Ee5 eens_hoorde Ff ik_niet
Ff2 my_gelyk Ff3 van_schaamte Ff4 maar hem, hy
Ff5 dat,_onwetend Gg mee^_gedeelt, Gg2 en_godheid
Gg3 ons_offervier Gg4 voordeel_obtineeren Gg5 ons_meenig
Hh bloedvriend,_of Hh2 eens_uit_te Hh3 vleugels
Hh4 zeker,_en_gewis, Hh5 PLUTUS. Ii niet_doen
Ii2 met_malkaa^r Ii3 duivels haten, Ii4 eerst_veel
Ii5 op_uw Kk ongebondenheid. Kk2 wil_alleen

Inhoud:

Gecollationeerd a.d.h.v. exemplaar 13.

*1r
[gegraveerde titelpagina]
*1v
[blanco]
*2r
[titelpagina]
*3v
[blanco]
*3r
DEN HEERE SIMON SCHYNVOET, Beminnaar aller Kunsten en Wetenschappen. [ondertekend met "A. BOGAERT"]
+ MIshaage u niet, dat ik een Poezy,
*4r
DE UITGEVER AAN DEN LEZER.
[In proza.]
+ ONder de Nederlandsche Dichteren, [...]
*5v
De Geest VAN FOCQUENBROCH, Ziende zyne Werken op nieuws herdrukt, Vermeerdert, en Verbetert.
[ondertekend met "U.J."]
+ HOe! leef ik noch, of ben ik dood?
*7r
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH, Op nieuws vergaderd, en in een netten rang gebragt Door den Heere ABRAHAM BOGAERT.
[ondertekend met "LUD. SMIDS. M.D."]
+ REed Eskulapius, ô Dichters, op uw tongen,
*7v
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH, Op nieuws vergadert, en in netten rang gebracht Door den Heere ABRAHAM BOGAERT.
[ondertekend met "T. ASSELYN."]
+ Wie is hy, die dus draaft met blyde toonen,
*8r
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH. [Sonnet ondertekend met "A. V. HALMAAL. Ab: Zoon."]
+ ZO praalt de Dichtkunst noch door FOCQUENBROCH geschreven.
*8v
INHOUD Der GEDICHTEN, In het Eerste Deel begreepen.
A1r
W.V. FOCQUENBROCHS THALIA OF GEURIGE ZANGGODIN. EERSTE DEEL.
A1r
TYPHON Of de REUZENSTRYD. EERSTE GEZANG.
+ IK zing met Harp, noch Luit, noch Orgel,
A5v
Gezang van MERCURIUS.
TOON: La Princesse.
+ HOe Apol! is noch uw zin bedooft;
D7v
DE ENEAS. VAN VIRGILIUS, IN ZYN ZONDAAGSPAK. EERSTE BOEK.
+ IK, die met harp, noch luit, noch orgel,
K1v
DE ENEAS VAN VIRGILIUS IN ZYN ZONDAAGSPAK. TWEDE BOEK,
+ ELk zweeg, en hield terstond zyn kaken,
N8r
DE HARDERSZANGEN VAN VIRGILIUS, Tegen elkander opgezongen DOOR J.U. en W.V.F.
N8r
[blanco.]
O1r
Aan den Tuingod Priapus.
+ WY komen met geen varsgebakke eyerstruiven,
O2v
Aan den Heere J.U. Op zyn Harderszangen van Virgilius.
+ DE Roomsche Maro op een Duitsche toon te zingen.
O3r
TITYR. Eerste Harderszang.
+ ACh Tityr! gy legt vast gerust, en stil te droomen,
O5v
TITYR. Eerste Harderszang. Op een andere Toon.
+ O Tyter! gy legt hier gedoken,
P1r
ALEXIS. Tweede Harderszang.
+ DEn Herder Korydon verbrande vast van binnen,
P3r
ALEXIS. Tweede Harderszang. Op een andere Toon.
+ EEn Harder (Koridon geheeten)
P6r
PALEMON. Derde Harderszang.
+ DAmetas, zegt wy eens wiens schaapjes dryft gy voort
Q2r
PALEMON. Derde Harderszang. Op een andere Toon.
+ DAmetas, zeg my eens wiens vee dit is;
Q3v DAMETAS. [afwisselend met Menalcas]
+ ZA Muzen, laat ons dan beginnen
Q5v
POLLIO. Vierde Harderszang.
+ O Zanggoddessen, die met lieffelyk verlangen
Q7v
POLLIO. Vierde Harderszang. Op een ander Toon.
+ SIciliansche zanggoddinnen,
R1v
DAFNIS. Vyfde Harderszang.
+ O Brave Mopsus, welkers schelle herders fluit,
R4v
DAFNIS. Vyfde Harderszang. Op een ander Toon.
+ WEl, Mopsus maat, wyl dat jy op de fluit,
R5r GEZANG.
+ DE Water, Bosch en Veldgodinnen
R6v MENALKAS Gezang.
+ DE schoone Dafnis ziet van verre
R7r
SILENUS. Seste Harderszang.
+ MYn Zanggodin die my in rymkunst komt verligten,
S2v
SILENUS. Seste Harderszang. Op een andere Toon.
+ THalia, 't puikje aller Musen,
S6r
MELIBEUS. Sevende Harderszang.
+ DE snege Dafnis, om den heeten dag t'ontwyken,
S8v
MELIBEUS. Sevenste Harderszang. Op een ander Toon.
+ 't WAs eens in't hartje van de zomer,
[hierin komen de volgende liederen voor:]
T1v
ZANG.
TOON: Wallis, of Kersnacht.
+ O Libitronsche Veldgoddinnen!
T1v
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ O Dorpers, herders, en Arkaders!
T2r
ZANG.
TOON: Sarabande.
+ DE kleine Mykon, ô schoone Diane!
T2r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ GY, ô Priaap, zult u moeten belyen
T2r
ZANG.
TOON: Amarant.
+ O Galathe Schoonste dochter van Nere
T2v
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ 'k WEnsch dat myn huit
T3r
ZANG.
TOON: Grand Boure.
+ BEmoste bronnen, gras, en kruid!
T3r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ HIer is men voor geen kouw vervaart,
T3v
ZANG.
TOON: Tricarville.
+ HIer bloeit boom, en telg, en spruit,
T3v
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ VEldt, en boom, en kruydt verdort,
T3v
ZANG.
TOON: Gailjarde.
+ GOd Herkles mind den populier,
T4r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ HEt bosch pocht op den esschenboom,
T4v
TOVERES. Achtste Harderszang.
+ IK ga myn herders fluit op droeve toonen stellen,
T7v
TOVERES. Achtste Harderszang. Op een ander Toon.
+ IK trek de liedjes van twee harders na te bauwen;
T8r
DAMON.
+ O morgenstar, begin te dagen,
V2r
ALFESIBEUS.
+ Za, breng my hier een emmer water,
V4r
MERIS. Negende Harderszang.
+ HOu Meris, waer na toe? gaat dat zo na de stad,
V6v
MERIS. Negende Harderszang. Op een andere Toon.
+ WEl Meris maat, waar jy toch heenen?
[hierin komen de volgende liederen voor:]
V7v
GEZANG.
TOON: Eersten Karileen.
+ TItyr, ei wyl dat ik heen ga rekken,
V8r
GEZANG.
TOON: O Joosje, &c.
+ O Varus, indien ons Mantua,
V8r
GEZANG.
TOON: Wel wat of Neeltje meent.
+ O Schoone Galathe, Ei, wat maakt gy in de zee?
X1r
GEZANG.
TOON: Mynen man is naer Parys.
+ DAfnis! waarom breekt ge uw kop
X2r
GALLUS. Tiende Harderszang.
+ O Arethuse, gun dat ik myn werk volende,
X4v
GALLUS. Tiende Harderszang. Op een ander Toon.
+ HElp my voor't laatst, ô Arethuse!
X7r
W. V. FOCQUENBROCHS MIN IN 'T LAZARUSHUIS, BLYSPEL.
X7v
[blanco.]
X8r
OPDRACHT Aan den Heere P.H.
+ DE hedendaagsche opzichtige uytsporigheden der liefde [...]
Y1r
INHOUD.
+ EEn zeker Edelman, met naam Ferdinand,
Y2v
VERTOONDERS.
Y3r
DE MIN IN 'T LAZARUSHUIS, BLYSPEL.
+ GY Troep van Juffers, en van Heeren,
Ee1r
W,V. FOCQUENBROCHS. VERWARDE JALOUZY, BLYSPEL.
Ee1v
VERTOONDERS.
Ee2r
DE VERWARDE JALOUZY, BEYSPEL.
+ HOe Juffrou, weigerd gy met zo veel straffigheid,
Ff7r
TYMON VAN LUCIANUS, Tooneelschwys uitgebeeld door de zamenspraak dezer navolgende Personen. [...]
+ O Jupiter! patroon der Goden,
Kk3v
Einde van't Eerste Deel van FOCQUENBROCHS Thalia, of Geurige Zang-godin.
Kk4r
Ter Geboorte Verjaaring van Mejuffrou JOHANNA WILMERDONKX.
[Ondertekend met "A. BOGAERT." en verder staat onder het gedicht: "Gebooren den 8 January, 1667."]
+ WAt God bezielt myn borst en aderen?

Aantal tekstregels:

38 (G1).

Gecollationeerde exemplaren:

1-
Amsterdam: UB 500 G 6
2-
Antwerpen: SB C 8599
opbouw: *8(-*1), B-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
3-
Den Haag: KB 3 A 4
4-
Den Haag: KB 30 F 24
Dit is een made-up copy. Slechts de katernen A t/m Aa en het katern Hh zijn van deze editie.
5-
Deventer: AB 13 E 61
6-
Gent: Ned. Sem 17N. 198
7-
Gent: UB BL 1996:1
8-
Haarlem: SB 122 A 46
9-
Leeuwarden: PB B 5539a:1
provenance: J.B. van Sminia.
10-
Leiden: UB 1200 E 31
opbouw: *8(-*4, -*5), A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
11-
Leiden: UB 1048 E 54
12-
Leiden: UB 594 H 25
13-
Leiden: privecollectie Jan Helwig.
14-
Leuven: BT 3303 G 10
15-
Utrecht: UB Z.oct. 2760:1

Niet gecollationeerde exemplaren:

1N-
Nijmegen: Ub 464 C 122
2N-
Rotterdam: OB 1353 E 48 (?)
3N-
Rotterdam: OB 1384 G 5 (?)
4N-
Rotterdam: OB 1353 E 49 (?)

Varianten:

a= buitenvorm B-katern:
  I B5 gesigneerd als B3 ex. 10
  II B5 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15
b= buitenvorm D-katern:
  I 52 gepagineerd 25 ex. 10, 15
  II 52 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14
c= binnenvorm D-katern:
  I 54 gepagineerd als 45 ex. 1, 7, 9, 10, 11, 12, 15
  II 54 correct gepagineerd ex. 2, 3, 4, 5, 6, 8, 13, 14
d= binnenvorm K-katern:
  I 146 gepagineerd als 641 ex. 2, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14
  II 146 correct gepagineerd ex. 1, 3, 7, 9, 15
e= buitenvorm A-katern:
  I 380 gepagineerd als 350 ex. 6
  II 380 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15
f= buitenvorm R-katern:
  I R2 gesigneerd als D2 ex. 15
  II R2 correct gesigneerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14
g= binnenvorm Gg-katern:
  I 467 gepagineerd als 167 ex. 2, 4, 5, 8, 15
  II 467 correct gepagineerd ex. 1, 3, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14

Commentaar:

Dit is een regel voor regel herdruk van de editie van 1709 (BF34).