[BF45]
W.G. van Focquenbroch: Alle de werken, eerste deel.
Amsterdam: Steven van Esveldt, 1766.


GRAVURE Titelpagina

Titelpagina, *2r:

ALLE DE | WERKEN | VAN | W.V. FOCQUENBROCH. | EERSTE DEEL. | Verzamelt en Uitgegeven | Door | ABRAHAM BOGAERT. | De derde Druk. | [vignet] | t'AMSTELDAM, | [___] | By STEVEN VAN ESVELDT, | Boekverkoper in de Kalverstraat, het derde Huis | van de Roomsche Kerk de Papegaay. 1766. ||

Gegraveerde titelpagina:

W:VAN.FOCQVENBROCH.MED.DOCT. | FVMVS GLORIA MVNDI. | ALLE DE | WERKEN | VAN W:VAN FOQVEN- | BROCH. | 'T AMSTELDAM | By Steven van Esveldt in de Kalverstraat 1766. ||
[I. Goeree Del: I. Baptist Schulp.]

Opbouwformule:

8o: *8(+_ *3), A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
[$5 (-*1, -*2, -Kk4)]

Paginering:

268 bladen, gepagineerd= [16], 1-206, 207-212, 213-332, 333-344, 345-432, 433-434, 435-518, [2].
518 gepagineerd als 158.

Posities van de katernsignaturen:

*3 volmaakt van *4 onderhevig is *5 zyn. Vaar
A trots A2 Krytberg had A3 schier buyten
A4 vloek A5 lief of leet B Porphyrion
B2 Courant B3 Watergod B4 God van
B5 drommel C voorzeker waande, C2 aan hun
C3 ontgelden C4 groote Heeren C5 Abelcaro
D ontwaken D2 eisch beschryf, D3 een vaard
D4 zyn troep D5 zyn Matres E volle
E2 buldren E3 , of naar E4 zien,
E5 het schip F by geval F2 Batavium.
F3 dan tien F4 waardy, F5 Achaat alleen
G fiere G2 daar breekt G3 de klucht
G4 twee, en G5 spikspelder nuu, H volle vree
H2 die buienmaker H3 kwam te H4 smaad, noch
H5 belieft te I schoorsteen I2 beleggen zou;
I3 Koningin, I4 rechter zy, I5 haar zeer;
K aan onze K2 den hals K3 myn zieken
K4 brand, en K5 wierd gelooft L wonder
L2 drempelplaat L3 maarlyn of, L4 lang in een
L5 zyn bed M van Priaam M2 geacht,
M3 zo veel^ M4 hoven slaakt M5 veel portuur,
N groote stad N2 moeder lief N3 van dien
N4 met verlof N5 eige moêr O oprecht,
O2 van een koppel O3 , 't geen O4 met haar
P zo nors P2 geur en wazem P3 acht my niet
P4 wel als P5 ontzint, en Q haar^'t
Q2 zotheid Q3 heeeft hoe Q4 dag myn
Q5 wyzer luid R sterren R2 sterren
R3 ^het bliksemen R4 met koopre R5 Duits, als
S veld S3 besprongen S4 levervreeten
S5 woonplaats T goeder trou T2 Nere
T3 hier steets T5 wat in't V lekkerny
V2 en weer V3 op het V4 verdorde
V5 vast bonzen X heeft gezien X2 kwam uw
X3 de vyand X4 zyn vonken X5 tot uw troost
Y gaande Y2 houdende in het Y3 kwanzuis
Y4 dan niet Y5 spreek uit Z juweelen
Z2 'k van leven Z3 op stelten Z4 JORISVAAR
Z5 IZABELLE Aa zelfs zyn Aa2 'k van leven
Aa3 met de winden Aa4 die door Aa5 beswaren
Bb ontstolen Bb2 ^dat hy Bb4 FERDINAND
Bb5 ôm tot Cc malkaar Cc2 ^in zotten
Cc3 schier ieders Cc5 ^uw huwlyk Dd daar myn
Dd2 dat g' hem Dd3 draag wat Dd4 s't dat gy
Dd5 my dus Ee2 met de Ee3 niet; maar
Ee4 meê geen Ee5 dus eens Ff dat ik
Ff2 met my Ff3 van schaamte Ff4 maar hem
Ff5 zonder dat, Gg heb mee Gg2 en godheid
Gg3 heeft tot ons Gg4 voordeel obtineeren Gg5 ons meenig
Hh bloedvriend Hh2 eens uit Hh3 en vleugels
Hh4 zeker en gewis Hh5 PLUTUS Ii glorie niet
Ii2 met malkaâr Ii3 baare duivels Ii4 zeker en gewis
Ii5 op uw Kk ongebondenheid Kk2 uwent wil alleen

Inhoud:

*1r
[gegraveerde titelpagina]
*1v
[blanco]
*2r
[titelpagina]
*3v
[blanco]
*3r
DEN HEERE SIMON SCHYNVOET, Beminnaar aller Kunsten en Wetenschappen. [ondertekend met "A. BOGAERT"]
+ MIshaage u niet, dat ik een Poezy,
*4r
DE UITGEVER AAN DEN LEZER. [In proza.]
+ ONder de Nederlandsche Dichteren, [...]
*5v
De Geest VAN FOCQUENBROCH, Ziende zyne Werken op nieuws herdrukt, Vermeerdert, en Verbetert. [ondertekend met "U.J."]
+ HOe! leef ik noch, of ben ik dood?
*7r
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH, Op nieuws vergaderd, en in een netten rang gebragt Door den Heere ABRAHAM BOGAERT. [ondertekend met "LUD. SMIDS. M.D."]
+ REed Eskulapius, ô Dichters, op uw tongen,
*7v
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH, Op nieuws vergadert, en in netten rang gebracht Door den Heere ABRAHAM BOGAERT. [ondertekend met "T. ASSELYN."]
+ Wie is hy, die dus draaft met blyde toonen,
*8r
Op alle de Werken van W.V. FOCQUENBROCH. [Sonnet ondertekend met "A. V. HALMAAL. Ab: Zoon."]
+ ZO praalt de Dichtkunst noch door FOCQUENBROCH geschreven.
*8v
INHOUD Der GEDICHTEN, In het Eerste Deel begreepen.
A1r
W.V. FOCQUENBROCHS THALIA OF GEURIGE ZANGGODIN. EERSTE DEEL.
A1r
TYPHON Of de REUZENSTRYD. EERSTE GEZANG.
+ IK zing met Harp, noch Luit, noch Orgel,
A5v
Gezang van MERCURIUS.
TOON: La Princesse.
+ HOe Apol! is noch uw zin bedooft;
D7v
DE ENEAS. VAN VIRGILIUS, IN ZYN ZONDAAGSPAK. EERSTE BOEK.
+ IK, die met harp, noch luit, noch orgel,
K1v
DE ENEAS VAN VIRGILIUS IN ZYN ZONDAAGSPAK. TWEDE BOEK,
+ ELk zweeg, en hield terstond zyn kaken,
N8r
DE HARDERSZANGEN VAN VIRGILIUS, Tegen elkander opgezongen DOOR J.U. en W.V.F.
N8r
[blanco.]
O1r
Aan den Tuingod Priapus.
+ WY komen met geen varsgebakke eyerstruiven,
O2v
Aan den Heere J.U. Op zyn Harderszangen van Virgilius.
+ DE Roomsche Maro op een Duitsche toon te zingen.
O3r
TITYR. Eerste Harderszang.
+ ACh Tityr! gy legt vast gerust, en stil te droomen,
O5v
TITYR. Eerste Harderszang. Op een andere Toon.
+ O Tyter! gy legt hier gedoken,
P1r
ALEXIS. Tweede Harderszang.
+ DEn Herder Korydon verbrande vast van binnen,
P3r
ALEXIS. Tweede Harderszang. Op een andere Toon.
+ EEn Harder (Koridon geheeten)
P6r
PALEMON. Derde Harderszang.
+ DAmetas, zegt wy eens wiens schaapjes dryft gy voort
Q2r
PALEMON. Derde Harderszang. Op een andere Toon.
+ DAmetas, zeg my eens wiens vee dit is;
Q3v
DAMETAS. [afwisselend met Menalcas]
+ ZA Muzen, laat ons dan beginnen
Q5v
POLLIO. Vierde Harderszang.
+ O Zanggoddessen, die met lieffelyk verlangen
Q7v
POLLIO. Vierde Harderszang. Op een ander Toon.
+ SIciliansche zanggoddinnen,
R1v
DAFNIS. Vyfde Harderszang.
+ O Brave Mopsus, welkers schelle herders fluit,
R4v
DAFNIS. Vyfde Harderszang. Op een ander Toon.
+ WEl, Mopsus maat, wyl dat jy op de fluit,
R5r
GEZANG.
+ DE Water, Bosch en Veldgodinnen
R6v
MENALKAS Gezang.
+ DE schoone Dafnis ziet van verre
R7r
SILENUS. Seste Harderszang.
+ MYn Zanggodin die my in rymkunst komt verligten,
S2v
SILENUS. Seste Harderszang. Op een andere Toon.
+ THalia, 't puikje aller Musen,
S6r
MELIBEUS. Sevende Harderszang.
+ DE snege Dafnis, om den heeten dag t'ontwyken,
S8v
MELIBEUS. Sevenste Harderszang. Op een ander Toon.
+ 't WAs eens in't hartje van de zomer,
[hierin komen de volgende liederen voor:]
T1v
ZANG.
TOON: Wallis, of Kersnacht.
+ O Libitronsche Veldgoddinnen!
T1v TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ O Dorpers, herders, en Arkaders!
T2r
ZANG.
TOON: Sarabande.
+ DE kleine Mykon, ô schoone Diane!
T2r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ GY, ô Priaap, zult u moeten belyen
T2r
ZANG.
TOON: Amarant.
+ O Galathe Schoonste dochter van Nere
T2v
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ 'k WEnsch dat myn huit
T3r
ZANG.
TOON: Grand Boure.
+ BEmoste bronnen, gras, en kruid!
T3r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ HIer is men voor geen kouw vervaart,
T3v
ZANG.
TOON: Tricarville.
+ HIer bloeit boom, en telg, en spruit,
T3v
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ VEldt, en boom, en kruydt verdort,
T3v
ZANG.
TOON: Gailjarde.
+ GOd Herkles mind den populier,
T4r
TEGENZANG.
TOON: Idem.
+ HEt bosch pocht op den esschenboom,
T4v
TOVERES. Achtste Harderszang.
+ IK ga myn herders fluit op droeve toonen stellen,
T7v
TOVERES. Achtste Harderszang. Op een ander Toon.
+ IK trek de liedjes van twee harders na te bauwen;
T8r
DAMON.
+ O morgenstar, begin te dagen,
V2r
ALFESIBEUS.
+ Za, breng my hier een emmer water,
V4r
MERIS. Negende Harderszang.
+ HOu Meris, waer na toe? gaat dat zo na de stad,
V6v
MERIS. Negende Hrderszang. Op een andere Toon.
+ WEl Meris maat, waar jy toch heenen?
[hierin komen de volgende liederen voor:]
V7v
GEZANG.
TOON: Eersten Karileen.
+ TItyr, ei wyl dat ik heen ga rekken,
V8r
GEZANG.
TOON: O Joosje, &c.
+ O Varus, indien ons Mantua,
V8r
GEZANG.
TOON: Wel wat of Neeltje meent.
+ O Schoone Galathe, Ei, wat maakt gy in de zee?
X1r
GEZANG.
TOON: Mynen man is naer Parys.
+ DAfnis! waarom breekt ge uw kop
X2r
GALLUS. Tiende Harderszang.
+ O Arethuse, gun dat ik myn werk volende,
X4v
GALLUS. Tiende Harderszang. Op een ander Toon.
+ HElp my voor't laatst, ô Arethuse!
X7r
W. V. FOCQUENBROCHS MIN IN 'T LAZARUSHUIS, BLYSPEL.
X7v
[blanco.]
X8r
OPDRACHT Aan den Heere P.H.
+ DE hedendaagsche opzichtige uytsporigheden der liefde [...]
Y1r
INHOUD.
+ EEn zeker Edelman, met naam Ferdinand,
Y2v
VERTOONDERS.
Y3r
DE MIN IN 'T LAZARUSHUIS, BLYSPEL.
+ GY Troep van Juffers, en van Heeren,
Ee1r
W,V. FOCQUENBROCHS. VERWARDE JALOUZY, BLYSPEL.
Ee1v
VERTOONDERS.
Ee2r
DE VERWARDE JALOUZY, BEYSPEL.
+ HOe Juffrou, weigerd gy met zo veel straffigheid,
Ff7r
TYMON VAN LUCIANUS, Tooneelschwys uitgebeeld door de zamenspraak dezer navolgende Personen. [...]
+ O Jupiter! patroon der Goden,
Kk3v
Einde van't Eerste Deel van FOCQUENBROCHS Thalia, of Geurige Zang-godin.
Kk4r
Ter Geboorte Verjaaring van Mejuffrou JOHANNA WILMERDONKX.
[Ondertekend met "A. BOGAERT." en verder staat onder het gedicht: "Gebooren den 8 January, 1667."]
+ WAt God bezielt myn borst en aderen?

Aantal tekstregels:

38 (G1).

Gecollationeerde exemplaren:

1-
Amsterdam: UB 22 F 12:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
2-
Den Haag: KB 229 K 12
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
3-
Gent: UB H 614
4-
Haarlem: SB 79 E 8
opbouw: *8(-*2), A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
provenance: J.F.J. Heremans
opm. Bevat handschriftelijk commentaar.
5-
Leeuwarden: PB 2540 TL I
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
provenance: J.M. Presburg, J.H. Halbertsma
6-
Leiden: UB 1182 G 1:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8, Ff16, Gg-Ii8, Kk4.
Het Ff-katern is gevouwen van twee op elkaar geplakte vellen, die ieder aan de buitenkant bedrukt zijn. Ze fuctioneren dus als een gewoon vel. Tussen de bladen Y2 en Y3 is een zelfstandig toneelspel ingeplakt. Het gaat hier om Urbanus en Isabel, Duodrama. Zoo als het zelfe vertoond is op den Amsterdamsche schouwburg, tusschen een der bedryven, van de Min in't lazarushuys, op de kermis van't jaar 1778. Door Marten en Claasje. Op Parnas, 1778.
7-
Leuven: BT 3303 G 11
opbouw: *8(± *3), A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
provenance: Grootsemenarie Mechelen.
8-
Middelburg: PB 2704 F 8
opbouw: *8, A-Y8(-Y1, -Y2), Z8, Aa-Ii8, Kk4.
9-
Nijmegen: UB 40 C 225:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.
10-
Utrecht: Z.oct. 1526 A:1
opbouw: *8(± *3), A-Z8, Aa-Ii8, Kk4.

Niet gecollationeerde exemplaren:

1N-
Alkmaar: GA 54 E 1
2N-
Amsterdam: VU XN. 05605
3N-
Amsterdam: VU XN. 05686
4N-
New York: Columbis University.

Commentaar:

Deze editie is een regel-voor-regel herdruk van de editie van 1723 (BF37). Volgens de titelpagina is dit de derde druk van het verzameld werk, maar in feite is het de vierde: er waren al drukken in 1696, 1709 en 1723 (BF20, BF34, BF37). Steven van Esveldt heeft kennelijk de plaat voor de gravure van de familie De Groot gekocht, het is nog steeds dezelfde als in 1696.