In een ledig moment, die ik vooral heb als ik naar het toilet moet, greep ik een deel van George Orwells Essays, journalism and letters uit de kast en sloeg die op een willekeurige pagina open. Mijn oog viel op de brief aan John Middleton Murry van 14 juli 1944. Hierin reageert Orwell op een artikel van Murry in de Adelphi. Wat mij mij nu trof, is dat Orwell zich verontschuldigt voor onnauwkeurig citeren met: "I have not the text by me, but ..." Dit is iets dat ik nooit zo zou zeggen. In mijn ogen en oren is dit typisch Dutch Engish, een directe vertaling van: "Ik heb de tekst niet bij mij." En ook dat "have not" vind ik wat ongemakkelijk. Ik zou zeggen: "I don't have the text with me."

Maar ik moet ernaast zitten, want we hebben het hier wel over een zin van de meest lucide Engelse schrijver. Waar een gelauerd essayist als Brodsky zijn zinnnen één voor één nadrukkelijk beeldhouwt uit prachtig marmer, blaast Orwell zijn zinnen van het helderste kristal. Hij schrijft met een transparantie waar in Nederland alleen Karel van het Reve een beetje bij in de buurt is gekomen. Naast een heldere stijl, had hij ook heldere opvattingen en was hij niet te beroerd om die ook in het directe persoonlijke verkeer te delen. In de genoemde brief schrijft hij Murry: "Many remarks you have made in recent years seem to me to imply that you don't object to violence if it is violent enough. And you certainly seem or seemed to me to prefer the Nazis to ourselves, at least so long as they appeared to be winning."

Daar hebben we weer zo'n stukje dat ik verdacht Nederlands vind klinken: "so long as". Naar aanleiding van deze lectuur heb ik nog even op Orwell gegoogeld. Het blijkt dat The Times hem op de tweede plaats heeft gezet in 'The 50 greatest British writers since 1945'. Op de eerste plaats staat Philip Larking. Who the hell is Philip Larkin?